Ruiter de/ Sukkel



Onder deze grafsteen werden 7 personen  begraven. De eerste was Geertrui de Ruiter-Sukkel (1842-1889, van beroep ‘slijtster’). Haar echtgenoot, de wolfabrikant  Rijk de Ruiter werd in een ander graf ter aarde gesteld.  Verder werden hier begraven Geertrui’s schoondochter Gerdina De Ruiter-Bomas (1867-1917), haar dochter Elisabeth Hardeman- de Ruiter (1867-1928, winkeliersvrouw), haar zoon Evert de Ruiter (1869-1930, manufactuur), haar kleinzoon Wouter Hardeman (1895-1895),  Antje van de Lustgraaf (1900-1900, werd slechts 1 dag oud, dochter van de lijster Izaak van de Lustgraaf en Jannetje de Ruiter, en tenslotte Hendrika Wouterina Hardeman (1899-1903, werd 4 jaar oud, dochter van Wouter Hardeman en Elisabeth de Ruiter, kleindochter van Geertrui de Ruiter-Sukkel.

Op 4 september 1931, ruim een jaar na het overlijden van bovengenoemde Evert de Ruiter (‘winkelier in manufacturen’) kregen de nazaten van de familie vergunning om een staande grafsteen te plaatsen. Deze staat nog steeds rechtop (zie foto), met een net hekwerk er om heen. Ook de familie De Ruiter weigerde tot het laatst mee te werken aan ontmanteling van  het graf, reden waarom de steen nu nog netjes overeind staat.


Bijlagen